Het is niet altijd gemakkelijk om bij te blijven. Zeker op het gebied van innovatie vliegt de jargon je soms om de oren. Daarom hebben we het innovatiealfabet voor je gemaakt. Ik heb de meest voorkomende begrippen zo simpel mogelijk opgeschreven. Zo word je niet meer in verlegenheid gebracht door de dure woorden tijdens je volgende meeting…uh vergadering.
A
Aanname. Een aanname of hypothese is een vermoeden. Je weet het dus niet zeker. Als je een nieuw product bedenkt weet je vaak niet of het wel aan zal slaan. Door je aannames expliciet te maken en te testen weet je steeds meer in plaats van dat je denkt dat het zo is. Lees de blog Je hebt geen idee als je wilt weten hoe je aannames formuleert.
Agile. Een manier om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen waarbij je in korte sprints – twee tot vier weken iets oplevert dat werkt.
Artificial Intelligence (A.I.). In het Nederlands kunstmatige intelligentie genoemd. Een combinatie van hard- en software waarmee systemen intelligent (menselijk) gedrag kunnen vertonen. Een voorbeeld van een intelligent systeem is een robot.
Augmented reality. Technologie waarbij de werkelijkheid zoals jij deze ziet wordt verrijkt met informatie. De HoloLens bril van Microsoft is een vorm van een ‘augmented reality’. Lees hier hoe Friday Out Of The Box samen met ETTU en Jumbo Maritime een toepassing heeft ontworpen en ontwikkeld voor de HoloLens.
B
Big data. Het gebruik van grote hoeveelheden gestructureerde en ongestructureerde data om nieuwe inzichten te verkrijgen. De analyse van Big Data wordt veel gebruikt binnen de Marketing. Lees hier welke methoden je kunt gebruiken om geld te verdienen met data.
Brainstormen. Brainstormen is een methode waarin je zoveel mogelijk goede ideeën bedenkt in een team. Het idee is dat ieder idee voortbouwt op andere ideeën. Op deze manier kom je tot steeds verrassendere ideeën. Brainstormen wordt veel toegepast in innovatie omdat problemen nieuw en daardoor complex zijn.
Business model canvas. Het Business Model Canvas is een model voor Lean startups (zie ‘Lean startup’). Met dit model definieer je o.a. je ideale klant en wat je deze klant kunt bieden. We schreven eerder een blog over het business model canvas.
C
Co-creatie. Co-creatie betekent samen creëren. Het idee is dat succesvollere producten maakt als je samen werkt met leveranciers en klanten. Klanten die onderdeel zijn van het ontwerp van je nieuwe product geven je bij co-creatie al vroeg feedback over wat wel en niet zal werken.
Crowdfunding. Alternatieve manier van geld ophalen voor de ontwikkeling van je product of dienst. Je plaatst je idee op een online platform zoals Gofundme of Kickstarter en kijkt of er particulieren zijn die willen investeren.
Customer Journey Map. Visualisatie van de klantcontacten met jouw product of dienst. Een customer journey map maakt inzichtelijk waar je je klantbeleving kunt verbeteren.
D
Design Thinking. Een innovatiemethode waarbij klantempathie en denken vanuit beperkingen – zoals ontwerpers – de basis vormt voor een nieuw product. Voordelen van deze techniek zijn de klantgerichtheid en het snel prototypen (Zie prototype). Maar Design Thinking kent ook nadelen.
Disruptie. Als je met jouw nieuwe product een hele markt ontwricht. Gevestigde spelers verliezen dan vaak hun dominante positie.
Doelgroep. De groep waar jij je op richt met je nieuwe product of dienst. Je moet deze groep goed in kaart brengen; op wie richt je jouw idee? Wat zijn hun verlangens? Hoe kun jij ze helpen? Een goede definitie van je doelgroep vergroot je kansen op een succesvolle innovatie.
Drone. Onbemand vliegtuigje dat op afstand bestuurbaar is. Lees hier op welke manieren je je met drones je business kunt vernieuwen.
E
Early adopter. Iemand die je product koopt en gebruikt voordat de grote massa dat doet. De feedback van deze groep klanten kan belangrijk zijn voor het succes van je innovatieve product.
Ecosysteem. Een netwerk van grote en kleine innovatieve bedrijven die samen werken aan nieuwe innovaties. Zulke systemen worden soms opgezet om grote, sectorspecifieke aan te pakken. In Nederland kennen we bijvoorbeeld Brainport in Eindhoven. Dit ecosysteem probeert o.a. de chips van ASML kleiner en krachtiger te maken.
F
Falen. De mindset om snel te leren. Hoe sneller je leert des te beter je innoveert.
Freewheelen. Brainstormen, maar dan in je eentje.
Friday Out Of The Box. Het bedrijf waarmee jij je organisatie toekomstvast maakt.
G
–
H
Hackathon. Een workshop waarin je in vaak multidisciplinaire teams een complexe uitdaging oppakt en in korte tijd creatief oplost (hacken).
Hypothese. Zie aanname.
I
Ideation. Het genereren van innovatieve ideeën. Eerder zetten we 21 manieren op een rijtje voor je.
Idee generatie. Zie ideation.
Incubator. Vaak een fysiek gebouw waar start-ups worden geholpen met huisvesting, kapitaal, administratie, contacten en managementadvies.
Innovatie. Iets nieuws bedenken en verkopen. Zodra jij dus een product, dienst of proces verbetert, innoveer je. Schrijver Larry Keeley definieert tien typen van innovatie.
Innovatiestrategie. Een innovatiestrategie beschrijft de rol van innovatie binnen de bedrijfsstrategie. Meestal beschrijft de innovatiestrategie in welk type innovatie het bedrijf wel en niet investeert en hoe innovatie gefinancierd en georganiseerd wordt. Een goede innovatiestrategie kan het Kodak moment voorkomen.
Innovator. Aanjager van vernieuwing. De innovator associeert erop los, vraagt zich constant af waarom, observeert slim, houdt van experimenteren en denkt out of the box. Check hier welk type jij bent.
Iteratie. Betekent letterlijk herhaling. Innovatieprojecten worden vaak in korte iteraties (sprints) ontwikkeld. Waarom? Des te meer iteraties, des te meer mogelijkheden om te leren wat wel en niet werkt. Zo ontwikkel je sneller producten die aansluiten op de wens van de klant.
K
Klantsegmentatie. Het verdelen van je klanten in vergelijkbare groepen individuen. Denk aan leeftijd, interesses, koopgedrag en geslacht. Segmentatie wordt gebruikt om heel specifiek te communiceren op klanten met hun eigen voorkeur.
Kodakmoment. De situatie waarin een bedrijf de trends in de markt mist. Zo verloor Kodak haar dominante positie in de foto markt omdat zij de opkomst van de digitale camera onderschatte. Lees hier hoe je een Kodakmoment voorkomt.
Kunstmatige Intelligentie. Zie Artificial Intelligence.
L
Landingspagina. Een webpagina waar je potentiële klanten jouw nieuwe product of dienst kunnen bestellen zonder dat het product ontwikkeld is. Klikken klanten op ‘bestellen’, dan weet je dat er interesse is. Nu kun je je product echt gaan bouwen.
Lean startup. Innovatiemethode van schrijver Eric Ries waarbij je sneller en goedkoper innoveert. In plaats van een uitgewerkt plan maak je een simpel prototype en valideer je of de belangrijkste aannames standhouden.
M
Minimum viable product/service. Minimum viable product of service (mvp/mvs) is de meest minimale maar bruikbare versie van je product of dienst. Het verschil met pilot en proof of concept? Je klant zou een mvp moeten kunnen kopen en gebruiken.
N
–
O
–
P
Pilot. Zie minimal viable product/ service.
Proof of concept. De eerste versie van je product waarbij de nadruk ligt op technische haalbaarheid. De vraag die vaak wordt beantwoord is: “kunnen we ons idee bouwen?”.
Prototype. Een simpel model van je product. Prototypen kunnen variëren in complexiteit.In het begin van een productinnovatie werk je vaak met simpel materiaal zoals in onze Protobox. Deze techniek wordt rapid prototypinggenoemd. Naarmate je meer vertrouwen krijgt in het ontwerp maak je steeds complexere prototypen zoals Tesla.
Q
–
R
Rapid prototype. Rapid prototyping is een methode om snel prototypen te maken. Je gebruikt hier de meest simpele tools zoals post-its, karton, papier, verf en scharen. Door de eenvoud van de materialen zie je snel of je idee potentie heeft. Lees ook onze blog over prototyping.
S
Service design. Het ontwerpen van een dienst waarbij de ultieme klantervaring centraal staat: vanaf het eerste contactmoment tot afscheid.
T
Testen. De wereld van nieuwe producten en diensten is onzeker. Daarom test je zoveel mogelijk van de aannames die in jouw goede idee zitten. Lees hier vijf manieren om je idee te checken.
U
–
V
Valideren. Zie testen.
W
Waarde propositie. Een waarde propositie is een beschrijving van de voordelen of waarde die je je klanten biedt. Hoe steker je waarde propositie hoe groter de kans op een succesvol product of dienst. Tijdens de ontwerpfase kun je het waarde propositie canvas gebruiken.
X
Y
–
Weet jij er nog één die ik heb gemist?
Zo! Dit is mijn mvp van het innovatie alfabet. Als jij als early adopter nog een begrip gemist hebt laat dan een bericht achter. Heb je andere ideeën of suggesties voor nieuwe content. Ik luister.
Tot Friday!
Jip werkt als projectmanager en business innovator bij Friday out of the Box. Hier ondersteunt zij de consultants met de planning, creatieve conceptontwikkeling, klantonderzoek en het visualiseren van innovatieve oplossingen in (digitale) prototypes. Jip heeft een passie voor ontwerp.